Wat vertel je me nou?

De dokter sprak: Je bent invalide. De heupoperatie is mislukt. Voortaan moet je bij het lopen een stok gebruiken. Je moet hulp nemen voor het huishoudelijk werk, je kunt niet meer dweilen, niet stofzuigen. Neem rust, ga zitten. Voor de pijn zijn er tabletten, zodat het draaglijk zal zijn. Je moet er mee leren leven. De dochter sprak: Schrijf dan nu eens al de verhalen op, die je zo dikwijls vertelt. Over vroeger toen je een kind was, over de oorlog. Vertel over je kleinkinderen. Want er is meer te doen dan een huishouding. De kleindochter sprak: Ik heb een 'schudoma’. Als je even aan haar schudt, rolt er een verhaaltje uit. Ze bedenkt ze niet eens, ze begint direct en vertelt maar door. Zo ging ik naar schrijfles en leerde verhalen schrijven.